Dit jaar geen rekening van 10 miljoen voor AVRI-gemeenten
Dinsdag 8 december 2020 | Henriette van Eldik
RIVIERENLAND - De Provincie en de AVRI-gemeenten hebben afgesproken dat de AVRI-stortplaats nog voor onbepaalde tijd in handen en beheer van de AVRI blijft. Hierdoor worden de gemeenten nu niet dit jaar nog geconfronteerd met een kostenplaatje van 10 miljoen euro.
Nazorgfonds stortplaatsen De stortplaats is afgedekt, wordt niet meer als stortplaats gebruikt, en zou overgedragen worden aan de provincie. De provincie heeft vanaf dan de eeuwigdurende nazorg. Bij deze overdracht moet de AVRI een bedrag storten in het nazorgfonds stortplaatsen. Dat bedrag rendeert door onder meer beleggingen en daarmee wordt het uiteindelijke doelvermogen gerealiseerd. Omdat de provincie minder opbrengsten uit beleggingen voorziet, wordt de rekenrente verlaagd van 4,6 naar 3,1 procent. Dat betekende in het geval van de AVRI-stortplaats dat bij overdracht het bedrag dat naar het nazorgfonds moest worden overgemaakt 10 miljoen meer was dan voorzien.
Gesprekken Provincie en AVRI-gemeenten Omdat dit bedrag voor de AVRI gemeenten een grote en soms bijna onmogelijke opgave zou zijn, werd er in de vergadering van Provinciale Staten waarin besloten werd tot de verlaging van de rekenrente, ook een amendement aangenomen. Daarin werd Gedeputeerde Staten verzocht met de deelnemende gemeenten van de AVRI het gesprek aan te gaan om tot afspraken te komen om de financiële gevolgen van de aanpassing van de rekenrente te verzachten. Die gesprekken hebben er nu toe geleid dat de stortplaats nog voor onbepaalde tijd in handen en beheer van de AVRI blijft. Over 10 jaar wordt dan het tijdstip van de overdracht bepaald. Tot die tijd blijft het beheer van de stortplaats in handen van de AVRI en houdt de Provincie Gelderland het toezicht hierop. Hierdoor krijgt de AVRI de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat er over 10 jaar wel voldoende geld beschikbaar is om de stortplaats over te dragen aan de provincie.