KESTEREN - Holland is een echt molenland. In Nederland staan circa 1.200 molens. In het huidige uitzendgebied van SRC staan er zesentwintig. In deze serie artikelen nemen we u mee op reis langs deze bijzondere bouwwerken. In deze editie aflevering 22: de Zwaluw in Kesteren.
In Kesteren staat op het industrieterrein ‘de Batterijen’ en langs de rand van een gebied met fruitteelt een pannenkoekenrestaurant met daarop de grootste molen van de provincie Gelderland: de Zwaluw. Deze zeer forse achtkante, met rietgedekte stellingkorenmolen is gebouwd met oude onderdelen en materialen van een molen uit Duitsland.
In eigen beheer herbouwd De Duitse moleneigenaar die de molen niet langer kon onderhouden en de molen als ‘molenwrak’ voor herbouw heeft verkocht, wist te vertellen dat de molen ruim twee eeuw eerder uit Friesland kwam. De oudste geschiedenis van de molen is een mysterie en zal in nevelen gehuld blijven. Vanaf 1995 heeft de familie Timmer deze molen helemaal in eigen beheer herbouwd. Op 16 december 2002 zijn de roeden gestoken en is tevens de staartbalk aangebracht. Op 2 juni 2003 volgde de officiële ingebruikname. Van de molen uit Duitsland zijn alle stenen, de zogenaamde ‘rooswinkels’, handmatig afgebikt en opnieuw gebruikt voor de onderbouw.
Passie voor molens De passie voor molens zit al lange tijd in het voorgeslacht van de familie Timmer. Vader en grootvader waren ook molenaars. Cornelis van Tuijl, de grootvader van Arie Timmer was korenmolenaar in Brakel. Cornelis was boerenzoon en ging als knecht werken bij de korenmolen van Gameren. Toen hij het ambacht beheerste, huurde hij vanaf 1923 de molen en kocht hem in 1926 van een telg uit het geslacht van ‘de Heren van Brakel’ die de molen eeuwen in bezit heeft gehad. Na een moeilijke periode - waarin zelfs sprake was de molen af te breken - werd deze in 1938 ingrijpend hersteld en voorzien van het wieksysteem van molenmaker Chris van Bussel uit Weert. Cornelis van Tuijl gaf de tot dan toe naamloze korenmolen de naam ‘de Zwaluw” omdat de gestroomlijnde wieken net als de vleugels van een zwaluw sneller bewogen.
Einde maalperiode Na een periode van samenwerking tussen Henk Timmer met zijn zwager Gijs van Tuijl in de firma van Tuijl en Co, zette Henk Timmer vanaf de jaren zestig het maalbedrijf alleen voort tot halverwege de jaren zeventig. Henks zoon, Arie Timmer, zag niet langer een rendabele toekomst in een traditioneel maalbedrijf met een windmolen en ging de meelhandel in. Een windmolen kon niet langer concurreren tegen grote veevoederfabrieken en boerencoöperaties met eigen maalderijen.
Slachtoffer van eigen succes Het recentere plan om meel te gaan malen voor een pannenkoekenrestaurant dat onder de molen moest gaan komen haalde de familie Timmer in door zijn eigen succes. Het restaurant begon eenvoudig en gewoontjes, maar groeide uit tot een restaurant met zalencentrum waarin de onderneming nu met professionele koks en bediening groepen, bruiloften en zakengezelschappen van honderden personen kan ontvangen. Een malende korenmolen is echter met het transport, meelstof en het risico op ongedierte niet goed mogelijk boven een restaurant met uitgebreide keuken waar men aan kwaliteitseisen moet voldoen. Daarom malen ze op een andere molen het meel volgens de gevraagde receptsamenstellingen en maalt men alleen nog kleinschalig op de Zwaluw.