WEST BETUWE - De gemeente West Betuwe werkt nu nog hechter samen met de gemeente Altena, Gorinchem en Zaltbommel op het gebied van toerisme. Sinds september 2025 voeren de vier gemeenten een nieuwe koers om de regio nóg aantrekkelijker te maken voor bezoekers, meldt de gemeente in een recente nota. “Het doel is om inwoners, toeristen en recreanten meer te bieden”, staat in een persbericht van Vestigingsdriehoek.
De Vestingdriehoek is de benaming van een samenwerkingsverband van bestaande toeristische bestemmingen, waaronder Slot Loevestein, Fort Vuren, Vesting Woudrichem, de historische binnenstad van Gorinchem en de veerverbinding van Riveer. “Door deze plekken beter met elkaar te verbinden – over water én over gemeentegrenzen heen – willen de betrokken partijen bezoekers langer vasthouden”, aldus een woordvoerder van Vestingdriehoek.
Meerdaags verblijf en gezamenlijke routes Een belangrijk onderdeel van de nieuwe koers is het stimuleren van meerdaags verblijf. Dat gebeurt door de ontwikkeling van nieuwe fiets- en vaarroutes, combitickets en groepsaanbiedingen. Ook wordt de samenwerking met omliggende gebieden, zoals Nationaal Park De Biesbosch en de forten binnen de Hollandse Waterlinies, verder uitgebreid. Volgens de gemeenten zorgt de vernieuwde samenwerking ervoor dat het toeristische aanbod beter op elkaar aansluit en dat bezoekers de regio als één geheel ervaren.
Professionele aanpak De uitvoering van de plannen ligt bij VVV Biesboschlinie, Stichting Gorinchem Citymarketing en Stichting Bureau Toerisme. Zij zijn verantwoordelijk voor de coördinatie, marketing en ontwikkeling van nieuwe arrangementen. Met een gezamenlijke meerjarenstrategie en duidelijke taakverdeling moet de Vestingdriehoek zich ontwikkelen tot een krachtig en herkenbaar toeristisch merk.
West Betuwe breidt deelname uit Waar eerder vooral Fort Vuren de West Betuwse vertegenwoordiger was, worden nu ook de andere forten binnen de gemeente bij het project betrokken. Welke dat zijn is nog niet duidelijk. “We willen inwoners en bezoekers doelgericht naar onze forten trekken en tegelijkertijd bijdragen aan het behoud van erfgoed binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie”, aldus wethouder Rutger van Stappershoef in de informatienota.
De gemeenten verwachten dat de vernieuwde samenwerking leidt tot meer bezoekers, een langere verblijfsduur en een economische impuls voor de regio. De jaarlijkse bijdrage van West Betuwe aan de stichting, van 5.000 euro, blijft gelijk, maar wordt volgens het college “effectiever benut door de duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden.”