CULEMBORG - Wie vandaag door de straten van Culemborg loopt, wandelt ongemerkt langs sporen van een vrouw die vijf eeuwen geleden haar stempel op de stad drukte. Elisabeth van Culemborg, erfvrouwe van deze kleine maar invloedrijke stad aan de Lek, leefde in een tijd waarin vrouwen zelden de geschiedenisboeken haalden – en toch is haar nalatenschap in Culemborg tastbaar aanwezig.
Achter die stenen nalatenschap schuilt een vrouw van vlees en bloed – maar hoe schrijf je haar verhaal zonder haar eigen stem? Wat doe je als je over een historisch figuur schrijft van wie nauwelijks persoonlijke bronnen bewaard zijn gebleven – geen brieven, geen dagboeken, geen directe getuigenissen?
Voor Culemborgse hoogleraar wetenschapsgeschiedenis Wijnand W. Mijnhardt was dat geen reden om Elisabeth van Culemborg links te laten liggen. Integendeel. In zijn nieuwe boek Het verdriet van Elisabeth van Culemborg reconstrueert hij haar leven via haar daden, gebouwen, politieke keuzes en netwerken. “Je leert haar kennen door te kijken wat ze deed,” zegt hij. Door haar handelwijze te spiegelen aan tijdgenoten als Margaretha van Oostenrijk, slaagt hij erin een indringend portret te schetsen van een vrouw die zich staande hield in een wereld die vrouwen liefst liet zwijgen – maar waarin zij tóch haar stem liet klinken.
“Wat begon als een klein project, groeide uit tot een breed opgezette studie over Culemborg in de Bourgondisch-Habsburgse tijd en over Elisabeth zelf.”
Een huis als beginpuntDe zoektocht begon onverwacht, in 1997, toen Mijnhardt en zijn echtgenote een neoclassicistisch huis kochten in Culemborg, dat oorspronkelijk uit 1477 stamde. Het huis, ooit bekend als het Huis van de Bastaard, bleek niet alleen een bijzonder woonhuis, maar ook een poort naar een vergeten verleden. “Wat begon als een klein project, groeide uit tot een breed opgezette studie over Culemborg in de Bourgondisch-Habsburgse tijd en over Elisabeth zelf,” aldus Mijnhardt.
Een dynastie op haar schouders
Elisabeth werd in 1475 geboren als oudste dochter van heer Jasper en Johanna van Egmond. Omdat er geen zonen waren, kwam de voortzetting van de familie volledig op haar schouders terecht. Ze erfde de titel en bezittingen van haar familie, maar daarmee ook de zware verantwoordelijkheid om de dynastie voort te zetten. Twee huwelijken – met Jan van Luxemburg en later met Anton van Lalaing – mochten niet baten: Elisabeth bleef kinderloos.
In de ogen van haar tijdgenoten was dat niet alleen een persoonlijke tragedie, maar ook een spirituele tekortkoming. Kinderloosheid werd door de katholieke kerk gezien als een teken van goddelijke onvrede. “Die gedachte moet haar gekweld hebben,” zegt Mijnhardt. “Hoe kon zij, als vrouw zonder zoon, haar naam én haar zielenheil redden?”
“Ze maakte gebruik van de spelregels van haar tijd – zonder ze openlijk te breken.”
Het stenen kindekeEen antwoord op die vraag gaf zij in Hoogstraten, vlakbij Mechelen, waar ze vele jaren het hoofd was van de hofhouding. Daar gaf zij opdracht tot de bouw van een imposante kerk, met een toren die bijna even hoog was als die van de Dom van Utrecht. Ze noemde het bouwwerk haar ‘stenen kindeke’ – een term die diepe emotie verraadt. “Het is alsof ze haar onvervulde moederschap op deze manier toch vorm gaf,” zegt Mijnhardt. “Een religieuze daad, maar ook een persoonlijk monument.”
Een pragmatisch huwelijkElisabeth leefde in een samenleving die vrouwen beperkte in hun sociale en politieke rol. Toch wist zij binnen die grenzen ruimte voor zichzelf te creëren. Met name haar tweede huwelijk bood haar nieuwe mogelijkheden: Anton van Lalaing, haar echtgenoot, had al kinderen en leefde in een open relatie. Het was een pragmatisch huwelijk, waarin Elisabeth haar eigen belangen wist te behartigen. “Ze maakte gebruik van de spelregels van haar tijd – zonder ze openlijk te breken.”
“Ze manoeuvreerde met grote intelligentie door een patriarchale orde. Dat maakt haar modern – juist door hoe ze met de beperkingen omging.”
Voorloper van een beweging die nog moest komenIn veel opzichten is Elisabeth dan ook te zien als een voorloper van de eerste feministische golf, al leefde zij in een tijd waarin het begrip feminisme nog niet bestond. Ze doorbrak normen, handelde strategisch en wist invloed uit te oefenen in een wereld die haar daar nauwelijks ruimte voor bood. “Ze manoeuvreerde met grote intelligentie door een patriarchale orde,” zegt Mijnhardt. “Dat maakt haar modern – juist door hoe ze met de beperkingen omging.”
De erfenis van Elisabeth in CulemborgHoewel Elisabeth zelf relatief weinig tijd in Culemborg doorbracht, liet zij er wel belangrijke sporen na. Zo gaf ze bijvoorbeeld opdracht tot de bouw van het stadhuis. Pas na haar dood en met de oprichting van de Fundatie van Elisabeth van Culemborg, een college van regenten dat haar nalatenschap beheerde, kreeg haar aanwezigheid in de stad werkelijk betekenis. Zij besloten tot de bouw van een weeshuis: geen expliciete wens van Elisabeth zelf, maar een daad die haar naam blijvend verbond aan zorg en maatschappelijke betrokkenheid.
Het verdriet van Elisabeth van Culemborg is nu verkrijgbaar in de boekhandel, en richt zich op lezers die zich willen verdiepen in het adellijke vrouwenleven van de 15de en 16de eeuw – en de sporen die Elisabeth naliet.