CULEMBORG - Holland is een echt molenland. In Nederland staan circa 1.200 molens. In het huidige uitzendgebied van SRC FM staan er zesentwintig. In deze serie artikelen nemen we u mee op reis langs deze bijzondere bouwwerken. In deze editie aflevering 23: De Hoop in Culemborg.
Korenmolen De Hoop is een stellingmolen in het centrum van Culemborg. De molen houdt alle auto’s op het parkeerterrein nauwlettend in de gaten. Opmerkelijk is dat men de molen, naast 'De Hoop', ook wel ’t Jach noemt. Zo heet de straat waar de molen aan staat. Die naam is overigens van vrij recente datum. Vroeger noemden de Lekstedelingen deze straat de Buitenmolenstraat. De straatnaam 't Jach ontstond pas bij een doorbraak na 1980.
Het is de bedoeling dat een collega me gaat opvolgen; en dat we daarmee de continuïteit waarborgen
Granen malen op windkrachtKorenmolen De Hoop is een molen die nog steeds granen op windkracht maalt. Het meel wordt onder andere verwerkt in het Kuilenburgs Molenbrood. Vanaf de stelling heb je op ongeveer tien meter hoogte een schitterend uitzicht over de stad Culemborg en een aantal van haar monumenten. Molenaar Leo Tiggelman is sinds de restauratie in 1993 de molenaar van de molen in het centrum van Culemborg. “Toen ik begon was ik 41. Nu ben ik op een leeftijd dat ik er een collega bij heb. Het is de bedoeling dat hij me gaat opvolgen. En dat we daarmee de continuïteit waarborgen.”
Betere windvangOp de plaats van deze molen heeft eerder een standaardmolen gestaan. De huidige molen is gebouwd in 1853-1854. Deze molen is hoger dan een standaardmolen. Dit was nodig voor een betere windvang. Door de bebouwing van de stad is het namelijk vaak ondoenlijk om te malen op de wind en daarom zijn stellingmolens doorgaans typische stadsmolens. De molen heeft tot 1906 op windkracht gemalen. Het unieke aan ‘De Hoop’ vertelt Leo is dat er na 1906 een enorm gat in de historie zit. “We weten niet precies wat er zich allemaal heeft afgespeeld in de jaren tot 1993. Er zijn dingen verplaatst en voor hergebruik ingezet bij andere molens.”
MaalstoelDe molenstenen zijn verplaatst naar de begane grond. De kassen in de molenromp op de begane grond laten zien waar een maalstoel heeft gestaan waarop het steenkoppel was geplaatst. Deze werd aangedreven door een gasmotor die buiten de molen stond opgesteld. Wieken, molenkap en stelling werden verwijderd. De molenromp was al wat overbleef. Zo heeft de molen nog gefunctioneerd tot 1917. In dat jaar is de toenmalige molenaar overleden en dat betekende het einde van het maalbedrijf. Hierna is de molen tot de restauratie niet meer in gebruik geweest als molen.
De noodkap is nu nog te zien op het plein bij de molen
ClubhuisIn de zestiger jaren heet De Hoop nog gediend als clubhuis voor de plaatselijke Harley Davidson motorclub. In de tweede helft van de tachtiger jaren is begonnen met de eerste fase van de restauratie van de molen. Eén van de eerste dingen die moesten gebeuren was ervoor zorgen dat regen en wind niet langer schade aan de molenromp konden toebrengen. Dit werd opgelost door het plaatsen van een noodkap. Deze is nu nog te zien op het plein bij de molen. Hierna werden balklagen, vloeren en trappen vernieuwd en is de molenromp opnieuw gevoegd.
Tweede fase restauratieIn 1992 begon de tweede fase van de restauratie en is de stelling rondom de molen gebouwd. Vervolgens zijn een jaar later de kap en de wieken weer teruggebracht. De molenstenen en nog wat andere onderdelen van het maalwerk zijn afkomstig van de Oranjemolen in Lewedorp (gemeente Borssele). Die molen is eveneens in 1993 tot stellinghoogte afgebroken en genoemde onderdelen zijn in korenmolen De Hoop weer hergebruikt. In september 1993 is de molen officieel geopend en is Leo als vrijwillig molenaar aangesteld. In 2007 moest de molenromp opnieuw worden gevoegd en is een jaar later, ter gelegenheid daarvan, een gevelsteen in de reeds aanwezige nis geplaatst.
Eén ding is zeker: we komen altijd tijd te kort
Tijd te kortMolenaar Leo Tiggelman is zo’n beetje een dag per week bezig met ‘De Hoop’. “We stellen de molen in beweging, malen graan, doen onderhoudsklussen en informeren de bezoekers over de ins and outs van onze molen.” Als Leo – meestal op zaterdagen – aankomt, dan draait de molen vaak al. “Mijn jongere collega zorgt daarvoor. ‘Ik ben begonnen als molenaar en ik eindig als corveeër,’ zeg ik wel eens gekscherend. Eén ding is zeker: we komen altijd tijd te kort.”