Na vijf jaar begint het West Betuwegevoel bij sommige inwoners te leven
Donderdag 20 juni 2024 | Mattijs Smit
WEST BETUWE - Vijf jaar zijn de inwoners van onder andere Geldermalsen, Spijk, Neerijnen en Ophemert inmiddels West Betuwenaren. Tijd om te peilen of het West Betuwe-gevoel al een beetje begint te leven.
“Ach,” zegt bloemenverkoopster Karin Hol terwijl ze een bos rozen op de scootmobiel van een minder valide klant bevestigt. “Ik kom uit Tricht en wij hoorden dus sowieso al bij Geldermalsen. Dat het nu West Betuwe heet, maakt voor ons dus niet zoveel uit. Ik denk dat het voor mensen in bijvoorbeeld Vuren of Neerijnen veel meer verschil maakt.”
Dat vermoeden van Hol wordt bevestigd zodra we het eerste groepje mensen aanspreken dat we in Neerijnen tegenkomen. Twee vrouwen wijzen lachend naar de man met wie ze staan te praten: “Hem moet je hebben. Die heeft hier de duidelijkste mening over.”
Terwijl de twee dames de straat uit wandelen, steekt Bert Vos van wal. “Als je vroeger iets wilde van de gemeente, dan wandelde je 100 meter en liep je zo het gemeentehuis binnen. Dan zat daar meestal ook nog iemand die je op zijn minst van gezicht kende en dan was het zo geregeld. Nu moet je, als je wat wilt of nodig hebt, via een of ander computersysteem doorgeven wat er is en dan krijg je de melding dat het geregeld is. Maar of het dan ook écht geregeld wordt, moet je maar afwachten.”
100% West Betuwenaar Op het gemeentehuis van West Betuwe werkt in elk geval één iemand die zich al 100% West Betuwenaar voelt: Burgemeester Servaas Stoop. “Ik heb het vanaf het begin al zo gevoeld. Ik kan me goed voorstellen dat inwoners dit niet zo ervaren. Zij voelen zich vooral verbonden aan hun dorp of stadje. Als je iemand vraagt waar hij vandaan komt, zegt vrijwel niemand West Betuwe. Wel bijvoorbeeld Spijk of Ophemert of Buurmalsen of Haaften.”
West Betuwe is een enorme gemeente. In inwoneraantal groter dan bijvoorbeeld Tiel en in oppervlakte zelfs groter dan Amsterdam. “We zijn letterlijk een verzameling van 24 dorpen en twee stadjes. In alle verscheidenheid vormen we samen een geheel,” legt Stoop uit. “Organisatorisch zijn we één geheel. Ruim vijf jaar na de officiële fusie zien we daar echt de voordelen van. We kunnen slagvaardiger en efficiënter werken en zijn toch dichtbij door kerngericht werken.”