OCHTEN - Het was de grootste evacuatie na de Tweede Wereldoorlog: deze woensdag is het precies 29 jaar geleden dat ruim 250.000 mensen en een miljoen dieren het rivierengebied moesten verlaten vanwege hoogwater. Dijken dreigden te bezwijken, maar dat gebeurde gelukkig niet. Iedereen was door deze gebeurtenis wakker geschud. Dijken werden versterkt en de rivieren kregen meer ruimte.
Waarnemend dijkgraaf Goos den Hartog van Waterschap Rivierenland kreeg niet alleen als bestuurder te maken met hoogwater, maar ook als inwoner. "In 1995 woonde ik in het hart van Ochten en hebben we ook moeten evacueren. Het was best wel heftig", blikt hij terug.
"Eigenlijk was de indruk dat we niet per se weg hoefden, hoewel je wel een aantal winkels zag die de avonden daarvoor al aan het leegruimen waren. Maar het was vrij onverwacht dat onze burgemeester toen de finale verantwoordelijkheid nam: Ochten moet leeg, we moeten weg."
De situatie bij het dorp aan de Waal was kritiek. De waterstand in de Rijn, Maas en Waal was gevaarlijk hoog, vanwege zware regenval in België, Frankrijk en Nederland. Door extreem hoogwater dreigde de dijk bij Ochten het te begeven. Maar honderden militairen wisten dat met tonnen zand te voorkomen.
'Knop na 1995 direct om' "Toen waren we wakker geschud, zeker in het rivierengebied. Er liepen al jarenlang plannen voor dijkversterking, maar heel veel van die projecten waren door procedures ernstig vertraagd. Na 1995 ging de knop direct om", benadrukt Den Hartog. "Via een noodwet die toen van kracht werd, konden allerlei procedures worden gepasseerd."
"In de jaren daarna werden de dijken in het rivierengebied onder de naam Deltaplan Grote Rivieren versneld versterkt. Langs de Maas zijn op bepaalde plekken ook nieuwe dijken aangelegd. Ook moesten de rijntakken en de Maas grotere hoeveelheden water kunnen afvoeren. Deze aanscherping van het veiligheidsniveau markeerde de nieuwe aanpak van hoogwater in onze rivieren: we geven ze meer ruimte", is te lezen op de site van Rijkswaterstaat.
Het programma Ruimte voor de Rivier werd met de opening van de hoogwatergeul Reevediep bij Kampen begin 2019 officieel afgerond. De totale kosten bedroegen 2,3 miljard euro.
'Erg ingrijpend' "Ruimte voor de Rivier is heel erg ingrijpend geweest", blikt Den Hartog terug. "Hele gebieden werden uitgezocht waar water geborgen kon worden bij piekaanbod in de rivieren. En die gebieden waar mensen ook jaren leefden en werkten, en jarenlang boerderijen overgingen van vader op zoon, werden aangewezen als overloopgebieden. Dan komt het heel dichtbij iemands persoonlijke leven."
Dat was bijvoorbeeld het geval bij waar nu de Spiegelwaal bij Nijmegen loopt. Woningen moesten wijken en mensen moesten verhuizen om de Waal de ruimte te geven.
De maatregelen hebben er voor gezorgd dat er een lager waterpeil is bereikt. "Bij het laatste hoogwater was de afvoer bij Lobith geloof ik 8.000 kuub per seconde, in 1995 was dat bijna 13.000 kuub per seconde. Moet je je voorstellen wat dat voor massa extra water was geweest en dat in combinatie met het springtij dat we in een weekend hadden. De Maaskering is toen gesloten."
Hoewel de dijkversterking en de ruimte voor de rivieren dus resultaat opleverden, kunnen we niet rustig achterover leunen. Het werk houdt namelijk nooit op. "Gezien de klimaatontwikkelingen en de zeespiegelstijging en de afvoercapaciteit die we in de rivierbedding moeten gaan creëren, is het eigenlijk nooit af", stelt Den Hartog.
"Het is een voortdurend proces om ons hoofd boven water te houden. Het wordt steeds lastiger omdat je in steeds dichter bevolkt gebied werkt. Ik kan me voorstellen dat op een gegeven moment dijkversterking niet meer mogelijk is, omdat de ruimte er niet meer is. Misschien moeten we in de toekomst weer gaan kijken naar overloopgebieden voor de rivieren."