ZOELEN - Het stikstofprobleem bedreigt de natuur, maar het wordt mogelijk nog veel erger. Want de waterkwaliteit is een enorm zorgpunt voor de toekomst. Daarom grijpen waterschappen nu al in.
Het Waterschap Rivierenland heeft bijvoorbeeld een miljoen euro beschikbaar gesteld voor natuurvriendelijke oevers. Op deze manier verwacht het waterschap de aanleg van natuurvriendelijke oevers te stimuleren. Dat is beter voor de natuur én de biodiversiteit in het gebied.
Waar vroeger de kanten en bermen rigoureus gemaaid werden, lijkt dit nieuwe beleid een ommekeer. Er wordt minder gemaaid en er komt een geleidelijke oeverafloop van droog naar nat. "Tegenwoordig hanteren wij een beleid met meer oog voor de natuur: we laten het gras staan waar dat kan. En deze aanpak kan op veel meer plekken dan gedacht", aldus Jelmer Krom, woordvoerder bij Waterschap Rivierenland.
Flora en fauna De Vlinderstichting is blij met deze ontwikkeling. Ze juichen dit toe, vertelt Anthonie Stip. "Het is een goede zaak dat hier meer aandacht voor komt." De hoop is dat de natuur, maar ook insecten beter gaan gedijen. Stip zegt: "De libelle is als het ware de indicator voor geschikte omstandigheden. Ze staan symbool voor de kwaliteit van het water. Bij een slechte kwaliteit zijn er weinig libellen te bekennen."
Onvoldoende Een rapport (2021) van het Nederlands instituut voor Ecologie toonde aan dat het slecht gesteld is met ons oppervlaktewater. Tachtig procent van de kleine wateren scoorde een onvoldoende. "Dit kan een groter probleem voor de natuur worden dan stikstof. Daarom moet de waterkwaliteit beter en daar helpen natuurvriendelijke oevers bij. Als je de natuur weer ziet toenemen, dan gaat de kwaliteit van het water ook vooruit."
