
OPHEMERT - Kunstenaar en natuurgids Kasper Heineke (67), alias Kaspadre, woont deze herfst precies veertig jaar aan de Waalbandijk in Ophemert. “Vooral de rivier de Waal is normaal gesproken een weelde waar ik enorm van kan genieten.”
Zijn aanvankelijke plezier en verwondering over de schoonheid van de Betuwe hebben langzaam plaatsgemaakt voor verbazing en verontwaardiging. In de afgelopen anderhalf jaar heeft hij zakken vol geotextiel uit zijn geliefde rivier gevist. “Er drijven serieus voetbalvelden aan geotextiel de zee in met alle funeste gevolgen van dien.”
Aandacht
Om hier aandacht voor te vragen heeft Heineke vorig jaar het NRC, de Volkskrant en de Gelderlander gehaald. Dat heeft nergens toe geleid en een aanbod om een zak met flappen geotextiel – symbolisch – te overhandigen aan medewerkers van de Rijkswaterstaatpost aan de Echteldsedijk in Tiel heeft buiten een schriftelijke reactie niks opgeleverd. Voor de natuurliefhebber extra zuur omdat hij kinderen laat meegenieten door projecten als Aarden in de Uiterwaarden en natuurlessen in de Kleine Willemswaard en de Wetlands ter hoogte van Passewaaij. “Wanneer ik met kinderen aan het struinen ben, zien zij mij afval rapen. Ook losgeraakt geotextiel. Het is des te pijnlijker dat er nog enorme hoeveelheden hun gang naar zee zullen maken door achterstallig onderhoud van de overheid. Dat is niet normaal, niet meer van deze tijd waarin we alles moeten doen om mens en milieu te beschermen. Dat probeer ik de kinderen in elk geval ook mee te geven: sommige volwassenen maken er een zooitje van.”
Langsdam
De vloed aan geotextiel is volgens Heineke begonnen met de komst van de langsdam tussen Zennewijnen en Varik. “Deze is enige tijd geleden gebouwd om het water uit de Waal sneller af te voeren. De kribben, waar de ooit weelderige zandstrandjes tussen lagen, zijn gedeeltelijk afgebroken. Daar zijn de oevers anders van vorm. Er zijn dus kribrestanten overgebleven. Die bevatten nog steeds veel puin, steen en het vermaledijde geotextiel. Die flappen raken onder invloed van losrakend gesteente, zon en wind los en spoelen vervolgens naar de Noordzee.” Eigenlijk is Heineke al sinds 2018 bezig om dit proces in kaart te brengen om Rijkswaterstaat daarvan op de hoogte te stellen. “Omdat ik sindsdien heb gezien hoeveel oeverbescherming er door achterstallig onderhoud aan het afbrokkelen is.” Rijkswaterstaat reageert hier per mail op en stelt onder dank voor Heinekes betrokkenheid dat “in oeverbeschermingsconstructies sterke vormen van geotextiel worden gebruikt, omdat voor oeverbescherming een lange levensduur belangrijk is (50-100 jaar).Hiermee wordt voorkomen dat de onderliggende grond uitspoelt, zodat de beschermingsconstructie op zijn plaats blijft liggen. Op dit moment is het geotextiel dat door Rijkswaterstaat wordt toegepast in oeverbeschermingsconstructies doorgaans de meest duurzame methode; dit is vastgesteld op basis van de Milieu Kosten Indicator (MKI)-score. Dat neemt niet weg dat Rijkswaterstaat ook andere bouwmethoden en materialen onderzoekt, omdat de overheid in 2050 volledig duurzaam en circulair wil werken.”
Erosie
Volgens de kunstenaar is voorbij de langsdam richting Varik echter zichtbaar hoeveel kilometers oever aan erosie onderhevig zijn. “Daar zijn enorme lappen geotextiel losgeraakt. Die zijn afgescheurd en losgeraakt. Dat gaat echt over oppervlakten ter grootte van tientallen voetbalvelden.” Het verweer van Rijkswaterstaat luidt: “Omdat geotextiel in oeverbeschermingsconstructies wordt afgedekt met steen is de kans beperkt dat het losraakt en gefragmenteerd in het milieu terecht komt. De toplaag van stenen kan in extreme situaties door het water worden weggeslagen, waardoor het geotextiel bloot komt te liggen. Dit geotextiel is – als het nog vast zit – nog steeds een functioneel deel van de oeverbeschermingsconstructie. Het hoeft dan niet te worden verwijderd, maar moet opnieuw worden bedekt met stenen.”
Verbazing en verontwaardiging
Het heeft de natuurliefhebber verbaasd en verontwaardigd dat een aannemer van Rijkswaterstaat met ‘zulk slordig werk’ wegkomt. “Als je bij de tandarts een kies laat trekken en de wortel blijf zitten, dan heb je een probleem. Voor de natuur zijn de kribrestanten en het slechte onderhoud aan de oevers evengoed een drama.” Rijkswaterstaats verweer is “dat het helaas niet helemaal kan worden uitgesloten dat er sprake is van losliggend geotextiel, dat niet meer vast zit en dus geen functioneel onderdeel meer is van de oeverbeschermingsconstructie. Bijvoorbeeld door losraken bij extreme weersomstandigheden of het onnauwkeurig bijsnijden van geotextiel bij onderhoudswerkzaamheden. Dat is uiteraard niet wenselijk. Als de aannemer in vaste onderhoudsrondes losse stukken geotextiel aantreft, ruimt hij deze ook op.”
Bagatelliserend
In de beleving van Heineke zijn de reacties van Rijkswaterstaat bagatelliserend. “Hun verweer is dat de stenen op hun plaats blijven liggen, maar dat is dus anders. De beelden die we met een drone hebben genomen laten op dat vlak niets aan duidelijkheid te wensen over. Die stortstenen zijn niet bestand tegen de verwoestende krachten van het water. Daardoor komen ze van hun plek. Zonlicht en wind doen de rest. Ongedierte en boomwortels doen daar nog een schepje bovenop.” Dat is ook het geval in de Wetlands Passewaaij. “Ook daar zijn enorme lappen weg. Dat geldt trouwens ook voor de Kleine Wilemswaard. Tussen Tiel en Varik is dit echt een milieuramp. Ik vraag me af hoe dit zal zijn tussen Lobith en Rotterdam. Er zijn ongetwijfeld voetbalvelden aan geotextiel de zee in gespoeld. Volgens een woordvoerster kan Rijkswaterstaat pas iets met dit probleem als dit van hogerhand wordt opgelegd. Maar kom op, zeg: het is toch niet meer van deze tijd om dit zo maar door te laten gaan?”
© Stichting Publieke Omroep Buren, Culemborg, Vijfheerenlanden en West Betuwe (1983-2023)