
VIANEN - Het mocht even duren, zachtjes gezegd. Tien jaar geleden begonnen hun ouders al met het regelen, maar nu staat zorglocatie De Iris in Vianen er écht. De zestien bewoners met een beperking zijn dolgelukkig dat ze op zichzelf kunnen. “Het is maar goed dat m’n moeder hier zo lang geleden mee is begonnen, anders had ik nog steeds niet m’n eigen huis gehad.”
Het is een trend, zegt Els Maurik. Steeds meer ouders laten huizen bouwen voor hun kinderen met een beperking. En Els weet er alles van, want zij heeft de afgelopen jaren véél geregeld om het zorgcomplex voor haar dochter Margot (25) van de grond te krijgen. “Iedere ouder van een kind met een beperking weet: het is geen vanzelfsprekendheid dat je kind zomaar een ‘eigen’ huis krijgt. Daarom dacht ik toen ze haar 13e verjaardag vierde: we gaan maar vast beginnen met nadenken.”
'Waarom zóveel tijd steken in zo'n huis?'
En die vroege start was een goede zet, want het had nogal wat voeten in de aarde om het zorgcomplex te laten bouwen. Viaanse ouders die zich wilden aansluiten bij Els waren er genoeg. Hun stichting De Iris was al snel geboren. “Misschien dat je denkt: waarom ga je zoveel tijd steken in het regelen van zo’n huis? Maar als het een ouderinitiatief is, weet je zeker dat je kind goed terecht komt. We dachten zelf mee over hoe de kamers eruit zouden zien en welke partij de zorg voor onze kinderen op zich neemt. Echt heel fijn.”
Margot geeft ondertussen een rondleiding. Zij en haar 15 huisgenoten hebben allemaal een eigen kamer én badkamer. “Kom maar mee naar boven, dan zie je mijn huis”, lacht ze. Luipaardprint in overvloed, kun je wel zien. “Ik ben eindelijk écht op mezelf, ongelofelijk. Dat is fijn, hoor. Ruimte voor mezelf, maar er is beneden wel altijd iemand die me bij wat kan helpen. Bij het koken, of zo.”
'Ik mis mama wel'
Medebewoonster Esmée lacht ook haar tanden bloot. “Nu kunnen mijn ouders bij míj logeren. Ik dacht een beetje: nou, het gaat nooit lukken met dat huis. Maar toch staat-ie er nu. Ik mis mama trouwens wel, maar ze komt stiekem nog best vaak bij me kijken.”
Tips voor andere mensen die zo’n ouderinitiatief overwegen, heeft Els van Maurik wel. Op nummer één: heb een lange adem. “Bij ons duurde het allemaal érg lang omdat je niet zomaar kunt gaan bouwen. Het moet ook geschikt zijn voor mensen met onder meer een rolstoel. Daarnaast moet er van alles gecheckt worden: of er geen archeologische vondsten in de grond zitten, bijvoorbeeld. En vergeet niet dat omwonenden niet altijd even gelukkig reageren op de mogelijke komst van een zorglocatie. Al die bezwaren moet je kunnen handelen.”
Uiteindelijk zijn Els en de andere ouders er met de provincie, gemeente en woningcorporatie Lekstede Wonen uitgekomen. De corporatie heeft het huis in beheer, de jongeren huren hun appartementen bij Lekstede. Met het budget dat de nieuwe bewoners vanuit de zorg krijgen, kan 24-uurs-zorg ingehuurd worden.
“Zoek een partner uit, echt waar. Een partner die een woning heeft voor deze doelgroep, of er eentje zou willen laten bouwen. De corporatie is voor ons daarin heel belangrijk geweest. Helemaal zelf laten bouwen? Dat is gekkenhuis, daar heeft niemand het geld voor. En wij hebben ook veel donaties gehad. En: veel geld ingezameld door bijvoorbeeld koekjes te bakken en mondkapjes te naaien. Daardoor konden onze kinderen samen sparen voor de grote keuken.”
'Hier honderd worden'
Dat het af is, kan bewoner Olivier nog nauwelijks geloven. Hij mag hier zo lang blijven wonen als hij wil, weet hij. “En dat is een fijn idee, hoor. Dat we nu een plekje hebben waar we zélf kunnen wonen. Misschien word ik hier wel honderd, samen met die 15 anderen. Zitten we straks als bejaarden op de bank. Lijkt me wel lachen!” Zestien jongeren wonen op zorglandgoed in Vianen: ‘Eindelijk op mezelf, ongelofelijk’
Het mocht even duren, zachtjes gezegd. Tien jaar geleden begonnen hun ouders al met het regelen, maar nu staat zorglocatie De Iris in Vianen er écht. De zestien bewoners met een beperking zijn dolgelukkig dat ze op zichzelf kunnen. “Het is maar goed dat m’n moeder hier zo lang geleden mee is begonnen, anders had ik nog steeds niet m’n eigen huis gehad.”
Dit artikel is geschreven in samenwerking met RTVUtrecht | Roos van Bijnen
© Stichting Publieke Omroep Buren, Culemborg, Vijfheerenlanden en West Betuwe (1983-2023)