LEXMOND - In alle vroegte bereikt de Viaanse bus haar eerste bestemming: een stadje in het zuidoosten van Polen. Dozen vol hulpgoederen worden gelost bij een fruitbedrijf, dat tijdelijk fungeert als verdeellocatie. De buschauffeurs pakken – zelfs na de 18 uur durende rit – opgewekt duizenden pakjes paracetamol uit het laadruim. "Als je iets kúnt doen, moet je gewoon helpen."
Als je het deze chauffeurs vraagt, bestaat er sinds een paar weken maar één échte grens. De grens tussen Polen en Oekraïne, waar mensen vrijwel zonder spullen arriveren en met geen idee hoe hun nabije toekomst eruit zal zien.
Deze chauffeurs uit Vianen en Amersfoort hebben nu de taak om die mensen op te halen en naar een veilige plek te brengen. Ja, dat klinkt als heel wat, maar chauffeur Luc Babeliowsky vindt het niet meer dan natuurlijk. "Ik heb het ook niet hoog van de toren geblazen dat ik dit ging doen. Het is zo’n humanitair ding, dat hou ik bewust een beetje rustig."
Babyvoeding
Dekentjes, paracetamol voor 6000 man, babyvoeding. De 'buik' van de bus is goed gevuld, zegt zijn collega Johan de Groot. Uiteindelijk zal het vanuit hier, bij de verdeellocatie, in brokjes naar Oekraïne gaan. "De bus zat propvol. En maar goed ook, want ze hebben het daar heel hard nodig. Dan rij je die 18 uur gewoon, hoor.''
Chauffeur Luc (‘noem me maar Babbel, je snapt straks wel waarom’) trapte het gaspedaal goed in over de Duitse snelwegen. Voorin de bus hebben ze het over wat ze straks gaan tegenkomen bij de grens. Is het chaos of valt het wel mee? Moeten ze mensen gaan weigeren? En: willen mensen eigenlijk wel mee als ze niets liever willen dan weer terug naar hun eigen woonkamer?
Beladen gevoel
"Worden het vrouwen met baby’s? Senioren of jonkies? Het maakt me allemaal niet uit", zegt Luc. "Als we maar zoveel mogelijk mensen mee kunnen nemen die graag mee wíllen rijden." Spannend vindt hij het niet, zegt hij. "Rijden is ons vak. Ik help mensen van a naar b, en dat is nu eigenlijk weer zo. Alleen dan wel met een meer beladen gevoel dan anders."
Loop je verder in de bus, kom je op de heenweg nog drie andere mensen tegen. Twee vrijwilligers, Suzan en een van haar vriendinnen, hopen op de terugweg als ‘hostess’ te fungeren. “We konden wel op de Dam gaan protesteren of geld doneren, maar dachten: wat nou als we écht wat gaan betekenen voor de mensen daar?”, legt Suzan uit.
'Je ziet mensen pijn lijden'
Dan naar de laatste passagier: tolk Max. Hij studeert nu in Amsterdam, maar komt uit Oekraïne. Het voelde dan ook als een verplichting om zijn thuisland te helpen, vertelt hij. "Ik voelde me echt hulpeloos in Nederland. Je ziet de mensen uit het land waar je vandaan komt pijn lijden. Dan wil je gewoon wat doen."
We willen graag wat doen, zeggen de vrijwilligers.
Daarom reist hij mee naar Polen om mensen op te halen. "Veel van mijn landgenoten spreken geen Engels, of überhaupt een woordje buiten hun eigen taal. Het lijkt me dan vrij lastig om je op je gemak te voelen op een toch al beladen reis naar het westen. Ik hoop dat ik door het vertalen alles een beetje fijner kan maken."
Moeilijk is het wel, geeft hij aan. "Het doet echt wat met me. Acht jaar geleden ging het ook al mis, maar niet zo dramatisch als dat het nu gaat. Dit moet ophouden, en snel ook. Maar ja, je weet het nooit."
De chauffeurs proberen wat slaap te pakken. In de middag vervolgt de bus zijn reis naar meerdere plekken in het zuidoosten van Polen om vluchtelingen op te halen. Om hoeveel personen het gaat en waar dat precies is, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Luc: "Maar mensen helpen we sowieso."
Geschreven door mediapartner RTV Utrecht
© Stichting Publieke Omroep Buren, Culemborg, Vijfheerenlanden en West Betuwe (1983-2024)