RIJSWIJK - De Rijswijkse Kapsalon Annie bestaat dit jaar officieel veertig jaar. Kapster en onderneemster Annie van Triest zit al drieënveertig jaar in het vak; in 1984 schreef ze zich in bij de Kamer van Koophandel. Dus viert ze dit jaar haar robijnen jubileum. “Ik geniet ontzettend van het contact met mensen.”
Voor Annie is het ‘heel gewoon’ dat ze al die tijd kapster is. Ze zegt heel bescheiden dat ze liever geeft dan dat ze neemt. “Ik snap nooit dat mensen dit zo bijzonder vinden. Eerlijk gezegd word ik ook een beetje verlegen van dit soort aandacht.”
Horen, zien en zwijgen Wat de Rijswijkse kapster het al die jaren heeft doen volhouden is het contact met mensen. “Dat vind ik één van de leukste kanten aan mijn vak,” zegt ze hierover. “En het creatieve gedeelte, maar de mens staat voorop. Veel klanten storten hier hun hart uit. Ik ben zelf een halve maatschappelijk werkster. Het is wel horen, zien en zwijgen, want alles wat mijn klanten hier bespreken blijft in de kapsalon. Dat kan ook niet anders op zo’n dorp als Rijswijk.” Annie hoort dus van alles. “En ik laat het ook weer van me afglijden.”
Hoogtepunten Speciale hoogtepunten heeft Annie qua kapsterswerk weinig te melden. Voor haar is iedere dag een hoogtepunt. “Ik geniet elke dag opnieuw van mijn werk. Ik heb liefde voor het vak en voor mijn klanten.” Eén van haar grootste liefdes is haar kleinzoon, Mats. Deze ontwapenende dreumes van 1,5 jaar heeft een hersentumor waarvoor hij op dit moment een behandeling krijgt met immunotherapie in het Prinses Máxima Centrum. “Op 30 december 2023 hebben we een actiedag gehad in en om de kapsalon. Ik heb met een paar collega’s de hele dag haren staan knippen en van iedere knipbeurt € 5,- in de actiepot gedaan. Buiten was er in de partytent gelegenheid om te eten, te drinken en spullen te kopen, waarvan de opbrengsten naar de actie gingen.” Er ontstonden zelfs allerlei spontane acties die ook geld in het laatje brachten. “Samen hebben we € 5.385,- opgehaald voor het Máxima, zodat er nog meer onderzoeken gedaan kunnen worden en er nog meer kinderen kunnen genezen.”
Dieptepunten Een positief ingestelde onderneemster als Annie van Triest spreekt niet graag over dieptepunten. Wat haar van het hart moet, is dat de coronaperiode voor haar wel zo voelde. “Toen mocht ik mijn vak niet uitoefenen. Dat gold voor een paar perioden. Ik ben toen geopereerd in die tijd, dus ergens kwam het me ook wel uit.” Ze miste de sociale aspecten van haar vak toen ze een tijdje uit de running was. “Ik ben al jaren in dienst van mijn klanten, dus dat voelde voor mij als een gemis.”
Veranderingen De veranderingen in het kappersvak van de afgelopen veertig jaar in de Rijswijkse salon vallen reuze mee volgens Annie. “Dat is hier allemaal veel minder van toepassing dan in de stad. Vroeger gingen mensen slechts een paar keer per jaar naar de kapper. Nu komen ze veel vaker. En niemand schaamt zich er meer voor dat ze hun haren laten verven. Vroeger moest ik daar heel tactisch mee omgaan. Het is van een noodzakelijk kwaad naar een luxe artikel uitgegroeid.” Annie is in haar vrije tijd actief bij de plaatselijke toneelvereniging. “Ik heb enthousiasme voor toneel en grime. Dat combineer ik met het kappersvak.”
Voorkeur Als je Annie op de vrouw af vraagt waar haar voorkeur ligt, is ze meteen stellig: heren. “Dat heeft vooral te maken met de techniek,” legt ze uit. “Ik heb nog het ouderwetse herenvak geleerd. Dat is vaktechnisch interessanter. Bij mannen is het mooier knippen, omdat dat je dichter op de schedel moet blijven zitten. Bij een heer kun je dus mooi model knippen en moet het meteen ‘raak’ zijn. Aan het herenvak zit voor mij iets meer sjeu, maar dat neemt niet weg dat ik ook graag dames knip, föhn en verf.
Opnieuw voor ‘t kappersvak gaan Als de Rijswijkse kapster opnieuw moest kiezen voor een carrière, dan zou ze zeker weer voor het kappersvak gaan. “Ik wist al toen ik zeven was wat ik wilde worden. Mijn eerste spreekbeurt op school ging over het kappersvak. Ik ga er zeker mee door tot ik met pensioen kan. De vijftig jaar ga ik waarschijnlijk niet volmaken in de salon. Wat ik wel heel mooi vind om te zien, is dat er klanten bij zijn die al veertig jaar bij me komen. En die nemen hun kinderen en kleinkinderen nog steeds mee. Drie generaties in de stoel. Prachtig, toch?”